Online praten over TV leidt tot meer kijken

27-06-2013 (08:34) - Media

Internationaal onderzoek door media-adviesbureau Initiative laat zien dat TV-programma’s een dankbaar online gespreksonderwerp zijn en dat sociale media er zelfs voor zorgen dat er meer televisie wordt gekeken. 
 
Je zou kunnen zeggen dat sociale media TV een tweede jeugd bezorgen. Minstens even interessant is het feit dat de Nederlandse kijker (nu nog) veel minder vaak online over televisieprogramma’s praat dan de kijkers in het buitenland.
 
Televisie kijken is altijd een sociale bezigheid geweest. De 'buis' staat centraal in onze huiskamers en de programma's die we zien zijn onderwerp van gesprek bij de koffie-automaat op het werk. Toch is er veel veranderd met de opkomst van digitale media. Denk aan uitgesteld kijken, second screen, nieuwe aanbieders enzovoort. Voor sommigen is dat zelfs reden om te zeggen dat TV in de nabije toekomst het loodje zal leggen. Internationaal onderzoek door Initiative laat echter het tegendeel zien en toont ook wat de potentie in Nederland kan zijn van deze online conversaties.
 
In Nederland praat meer dan driekwart van alle TV-kijkers wel eens over een TV-programma. 30% doet dat (ook) online, maar nog niet heel frequent; slechts 11% doet dat tenminste één keer per week.
Van de groep Nederlanders die wel eens online over programma’s praten, geeft een derde aan daardoor meer TV te zijn gaan kijken.
 
Maar in het buitenland liggen die percentages dus aanzienlijk hoger. China spant de kroon: 83% praat daar online over televisie. Van de westerse landen is Amerika koploper; bijna de helft van de TV-kijkers deelt daar online zijn mening over programma’s en 50% daarvan geeft aan daardoor meer TV te zijn gaan kijken.
 
Als we dat afzetten tegen de Nederlandse percentages, zijn dat grote verschillen. Gedeeltelijk worden die misschien verklaard door culturele verschillen en onze nuchtere volksaard, maar naar ons idee is het ook een direct resultaat van hoe het Nederlandse TV-landschap is ingericht. Maar daar gaat binnen afzienbare tijd verandering in komen.
 
In Nederland spelen zenders en omroepen van oudsher een belangrijke rol als gatekeeper. In Amerika is die situatie anders. Men is daar veel meer gewend om te betalen voor specifieke programma’s en een on demand service als Netflix bestaat daar al sinds 1997. Met andere woorden: Amerikanen moeten zélf op zoek naar leuke programma’s en zijn dus ook afhankelijker van de tips en suggesties uit hun sociale omgeving en zullen dus vaker deelnemen aan (online) conversaties over TV. Ze willen zeker weten dat waar ze voor betalen ook écht leuk is.
 
Natuurlijk bestaan on demand diensten ook in Nederland, zoals van ‘Kijk’ (voorheen Veamer), iTunes en Pathé, maar daar wordt nog niet massaal gebruik van gemaakt. Als Netflix dit jaar in Nederland het model introduceert waarbij we voor een vast maandbedrag onbeperkt series en films kunnen kijken, kan dat wel eens de echte doorbraak van betaal-TV in Nederland betekenen en zullen ook wij via sociale media vaker kijktips gaan uitwisselen. Social buzz gaat dan een substantiële, directe invloed hebben op het kijkgedrag van de Nederlanders. 
 

Dit consumentenonderzoek is uitgevoerd door Initiative. Het onderzoek is uitgevoerd binnen het Initiative Connections Panel. Dit is een database van 230.000 mensen wereldwijd die zeer gedetailleerd inzicht verschaffen in hun mediagedrag en de waarde die zij aan verschillende media en merken toekennen. Binnen deze totale steekproef zijn meer dan 8000 web-gebruikers uit Argentinië, Australië, Canada, China, Duitsland, de VS, de UK en Nederland (n = 1003) herondervraagd. Het doel van het onderzoek was om de synergie tussen mediaplatformen als TV, sociale en mobiele media te begrijpen en de invloed van individuen in de weg naar merk- en productkeuzes inzichtelijk te maken. 


Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst op dit artikel.

Bureaus

Marketing

Economisch