Edwin van Huis vertrekt bij Beeld en Geluid
17-07-2008 (11:50) - Mensen
In de loop van dit jaar verlaat Edwin van Huis het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Hij was ruim 12 jaar algemeen directeur van het instituut. Vorige week kondigde hij zijn vertrek aan bij de Raad van Toezicht van Beeld en Geluid. Voorzitter Melanie Schultz Van Haegen is belast met het aantrekken van een opvolger.Begin 1996 werd hij door het departement van OCW aangesteld als directeur en bestuurder van het nieuw op te richten sectorinstituut voor het nationale audiovisuele erfgoed, het NAA. In 2002 wijzigde het NAA zijn naam in Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Intensieve jaren volgden met de bouw en realisatie van het nieuwe gebouw van Beeld en Geluid aan de hoofdingang van het Media Park in Hilversum. Daarin werden uiteindelijk de beeld- en geluidcollectie, alle medewerkers en de Beeld en Geluid experience voor het publiek onder één dak gehuisvest. Op 1 december 2006 opende Koningin Beatrix het nieuwe gebouw. Sindsdien hebben bijna 400.000 bezoekers de Beeld en Geluid experience bezocht.
Doelstelling bereikt
Onder zijn bestuur zorgde Van Huis er voor dat de audiovisuele collectie van Nederland als cultureel erfgoed serieus werd genomen en maatschappelijk op de kaart werden gezet. Door te investeren in digitalisering konden scholen en universiteiten online gebruik gaan maken van de collecties. Inmiddels maken al 80% van alle scholen in Nederland gebruik van deze service, via Teleblik en Academia.
Deze erkenning bleek ook uit de 154 miljoen euro die de overheid in mei 2007 beschikbaar stelde aan het consortium van Beelden voor de Toekomst voor grootschalige digitalisering van het audiovisuele erfgoed. Daarmee worden in de komende zeven jaar 137.200 uur video, 22.510 uur film, 123.900 uur audio en 2,9 miljoen foto’s gerestaureerd, geconserveerd en gedigitaliseerd, en komen deze beschikbaar voor o.a. onderwijs en de creatieve industrie. Daarmee is de teloorgang van deze collecties ten goede gekeerd.
Van Huis: “Het audiovisueel erfgoed en Beeld en Geluid staan op de kaart; de collecties zijn zichtbaar gemaakt in het hart van onze samenleving. En nu er ook eindelijk zicht is op het conserveren en digitaliseren van onze collecties door het project Beelden voor de Toekomst is voor mij een soort natuurlijk einde bereikt. Dit is wat ik wilde, en ik ben er erg trots op dat we dit met zijn allen voor elkaar hebben gekregen. Nu is voor mij het moment aangebroken om nieuwe mogelijkheden te verkennen. Daar wil ik graag de tijd voor nemen. Evenals ik graag mijn Raad van Toezicht de tijd wil geven om in alle rust te kunnen zoeken naar een opvolger.”