Babynummers naar museum
12-04-2010 (10:04) - Media
Een kleine twee jaar nadat privéverzamelaar en oud-reclameman Jan Knaap zijn verzameling babynummers (de nul- en éénnummers van nieuwe tijdschriften) voor het eerst aan het Nederlandse publiek presenteerde, krijgt dit unieke canon het komende jaar een plaats in Spaarstation Dingenliefde in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. De expositie ging vandaag onder grote belangstelling van vertegenwoordigers uit de wereld van media, cultuur en kunstgeschiedenis open. Maarten van Rossem, historicus en hoofdredacteur van zijn eigen personality magazine Maarten!, leidde de opening in. De verzamelaar zelf trok zijn registers vol open met maatschappelijke observaties, opmerkelijkheden en anekdotes die voor de museumbezoekers vanaf vandaag verscholen liggen in ruim 1.400 babynummers.
De levensduur en de populariteit van tijdschriften zijn ontegenzeggelijk een afspiegeling van de tijdsgeest waarin we leven en illustreren de maatschappelijke veranderingen om ons heen. In de afgelopen 30 jaar werden alleen al meer dan 1.000 nieuwe tijdschriften geboren. Een groot deel daarvan is inmiddels niet meer. 82% van de tijdschriften die op de markt komen, wordt namelijk niet ouder dan 15 jaar.
“Elk nieuw tijdschrift dat opstaat staat steeds weer voor óf een nieuwe manier van bladen maken, een nieuwe categorie, applaus, verwondering óf maatschappelijke opwinding”, aldus verzamelfanaat Jan Knaap. “Via tijdschriften lees je de tijd, om die reden ben ik zeer verheugd dat mijn verzameling wordt gepresenteerd in Spaarstation Dingenliefde in het Nederlands Openluchtmuseum.”
Pieter-Matthijs Gijsbers, directeur van het Nederlands Openluchtmuseum is blij met de verzameling: “De tentoonstelling Spaarstation Dingenliefde verbindt de passie van de individuele verzamelaar met ons museale verzamelbeleid. De verzameling van Jan Knaap is uniek omdat de passie voor het tijdschrift de drijfveer vormt. Maar ook de collectie zelf is geweldig interessant. Een tijdschrift staat feitelijk voor een uitvergroting van de tijd. De verzameling “Babynummers” van Jan Knaap geeft een prachtige inkijk in de bewegingen in onze samenleving en de wijze waarop wij als individu in die samenleving staan. We zijn zeer benieuwd naar de reacties van onze bezoekers.”
Jan Knaap presenteerde bij de opening zijn eigen Top 15: Op de Hoogte (1903, de oudste), Libelle (1934, de sterkste), Vrij Nederland (1945, teken van verzet), Avenue (1966, de mooiste), Opzij (1972, over mannen die deugden), Nieuwsnet (1978, tegenhanger van Elsevier), Ischa’s Meijer Magazine (1979, het enige eenmansblad), Playboy (1983, taboedoorbrekend), YABYUM Magazine (1987, het hoogtepunt), HALLO!-BRARD!-BASTA! (1992, basta dus), 24/7 (2003/2004, primeur, maar nooit verschenen), LINDA. (2003, Linda kwam, zag en overwon), DIF (2003, de dikste en duurste), Calvijn! (2009, bladenmakers zien overal geld in), Free Style Magazine (2009, buitenbeentje uit buitenland).
De expositie wordt online ondersteund door de website www.babynrs.nl. Het is volgens Knaap een achtbaan en tegelijkertijd een zoekmachine door de geschiedenis van bladintroducties, met begin 1900 als startpunt. Vanaf 1980 is de privécollectie vrijwel compleet. Nadat de verzameling in 2008 het levenslicht zag, ontving Knaap heel spontaan nog tientallen nul- en éénnummers uit verschillende hoeken, van uitgevers, hoofdredacteuren tot willekeurige Nederlanders.