DDB: duurzaamheid links issue
18-11-2008 (10:26) - Bureaus
DDB en Intomart GfK hebben de nieuwe onderzoeksresultaten van Dossier Duurzaam rondom politieke partijen gepubliceerd. Klimaatverandering en een duurzaam Europa staan nu en de komende jaren bovenaan de internationale politieke agenda, conform het stappenplan op de klimaatconferentie op Bali in 2007. Ook in Nederland staat duurzaamheid op de politieke agenda. Het onderzoek van DDB en Intomart GfK zoomt daarom in op het imago van politieke partijen op het gebied van duurzaamheid, en het belang dat kiezers van verschillende partijen aan het thema duurzaamheid toekennen. Dossier Duurzaam is een periodiek onderzoek naar kennis, houding en gedrag van consumenten rondom het thema duurzaamheid. Eerder dit jaar werden reeds resultaten op het gebied van duurzaamheid binnen de energie, luchtvaart en automotive sectoren bekend gemaakt. Eind november volgt onderzoek omtrent de retailsector.Op basis van het onderzoek blijkt dat er een duidelijk verband tussen politieke kleur en een duurzaam imago bestaat. De resultaten bevestigen het algemeen heersende beeld dat linkse partijen het meest duurzame beleid voeren, waarbij GroenLinks verreweg koploper is. Deze resultaten zijn niet verwonderlijk als men bedenkt dat 90% van de GroenLinks achterban veel waarde aan het thema duurzaamheid hecht.
De middenpartijen zoals PvdA en CDA bevinden zich in de middenmoot, terwijl rechtse partijen slechts een zeer matig duurzaam imago hebben. De uitspraken van de VVD die bij monde van Mark Rutte de term ‘groen rechts’ in de mond nam en benadrukte dat de liberalen werk gaan maken van het thema duurzaamheid is bij de kiezer in elk geval niet aangekomen. Slechts 7% van de Nederlanders herkent in de VVD een duurzame partij.
Opvallend is de uitkomst dat Christelijke partijen het imago hebben weinig aandacht aan duurzaamheid te besteden, terwijl maar liefst 93% van hun achterban het voeren van een duurzaam beleid wél heel belangrijk vindt. Hoewel de Christenen hiermee het hoogste belangenpercentage van alle partijen opstrijken, scoren ze qua duurzaamheidsimago nauwelijks beter dan de VVD, Trots op Nederland en de PVV. Het overgrote deel van de stemmers van deze drie laatstgenoemde partijen hecht daarbij echter wel belang aan het thema duurzaamheid; zo vond 68% van de VVD stemmers en 71% van de PVV stemmers het thema (zeer) belangrijk. Dit is een verrassende discrepantie tussen de opvattingen van de rechtse achterban enerzijds en de daadwerkelijke beleidsvoering van hun partijen anderzijds. Desalniettemin komt duidelijk uit het onderzoek naar voren dat het overgrote deel van zowel linkse als rechtse kiezers pro-duurzaamheid is, ook al uit zich dit niet altijd in de beleidsvorming van hun politieke partij.
Hoewel slechts een klein percentage van de rechtse achterban dit thema in de beleidsvoering van hun partij terugherkent, wordt er dus door het overgrote deel van de kiezers wel degelijk belang aan duurzaamheid gehecht. Dit resultaat lijkt de klassieke argumenten dat linkse partijen duurzaamheid op de agenda hebben staan en rechtse partijen voorrang geven aan de economie in ieder geval te onderstrepen. In de perceptie van de consument wordt het duurzame beleid van de politieke partijen dus vooral door links gevoerd. Het lijkt erop dat de partijen in het midden en de rechterkant van het politieke spectrum nog nauwelijks in staat zijn geweest om hun duurzame standpunten over het voetlicht te krijgen. Met het gegeven dat hun achterban er wel degelijk aan hecht, zullen zij veel werk moeten verzetten om dit beeld bij te stellen.