Vier op de tien vóór Keti Koti als nationale feestdag
08-07-2022 (11:15) - Mensen
Bijna 40 procent van de Nederlanders vindt dat 1 juli, ofwel Keti Koti of Dia di Abolishon een nationale feestdag moet worden en dat de overheid excuses moet maken voor het slavernijverleden. In de grote steden is dit meer dan de helft.
Uit onderzoek van Motivaction blijkt dat de meeste Nederlanders, 70 procent, bekend zijn met de herdenkings- en feestdag Keti Koti of Dia di Abolishon. Op 1 juli wordt jaarlijks de afschaffing van de slavernij in 1863 herdacht en gevierd. De meeste Nederlanders zijn hier bekend mee vanwege de berichtgeving van de publieke omroepen (32 %), de commerciële omroepen (13%) of via de sociale media (13%). Van alle Nederlanders heeft 10 procent dit jaar aan deze herdenking en viering meegedaan.
Uit onderzoek van Motivaction blijkt dat de meeste Nederlanders, 70 procent, bekend zijn met de herdenkings- en feestdag Keti Koti of Dia di Abolishon. Op 1 juli wordt jaarlijks de afschaffing van de slavernij in 1863 herdacht en gevierd. De meeste Nederlanders zijn hier bekend mee vanwege de berichtgeving van de publieke omroepen (32 %), de commerciële omroepen (13%) of via de sociale media (13%). Van alle Nederlanders heeft 10 procent dit jaar aan deze herdenking en viering meegedaan.
Veel draagvlak voor nationale feestdag
Van de Nederlandse bevolking vindt 40 procent dat de afschaffing van de slavernij een nationale feestdag verdient. Inwoners van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag staan hier nóg positiever tegenover. Van alle inwoners uit deze drie grote steden staat meer dan de helft (55%) hierachter.
"Een nationale dag zal bijdragen aan de erkenning van het leed tijdens ons gezamenlijke slavernijverleden en bewustzijn rondom de doorwerking in het heden, zoals racisme, kansenongelijkheid en de achterstelling van nazaten. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat een nationale herdenkings- en feestdag van de afschaffing van de slavernij brede steun heeft in de samenleving. Naast het publiek sluiten steeds meer bedrijven, organisaties en instellingen zich aan bij de oproep voor een nationale dag. Het laatste zetje moet van de politiek komen”, aldus Jerry Afriyie, van stichting Nederland Wordt Beter, één van de initiatiefnemers van de campagne ‘Ik neem 1 juli vrij, totdat we allemaal vrij zijn’.
Helft van de verzoeken voor een vrije dag ingewilligd
Met deze campagne is geprobeerd werkgevers aan te sporen hun werknemers vrij te geven op deze dag. Iets meer dan de helft (52%) van alle ondervraagden die deze dag vierden kregen ook daadwerkelijk vrij van hun werkgever. Een derde vierde het thuis en veel mensen gingen ook naar festivals die overal in Nederland werden georganiseerd. Maar er werd natuurlijk niet alleen gefeest, 38 procent woonde een herdenking bij.
40 procent staat achter excuses voor slavernijverleden
Parallel aan het draagvlak voor 1 juli als nationale feestdag vindt ook bijna 40 procent dat de Nederlandse staat haar excuses moet aanbieden voor haar rol in het slavernijverleden. Hoewel 37 procent het hier niet mee eens is. Het afgelopen jaar maakten enkele gemeenten excuses voor hun rol in de slavernij en 34 procent vindt dat meer gemeenten dit voorbeeld moeten volgen. Dit geldt ook voor bedrijven en organisaties die een aandeel gehad hebben in de slavernij. Daarvan vindt 38 procent excuses noodzakelijk.
Over het onderzoek
Het onderzoek is op eigen initiatief van Motivaction uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de kennis en houding van Nederlanders ten aanzien van Keti Koti of Dia di Abolishon en het Nederlandse slavernijverleden. Voor het online onderzoek is gebruikgemaakt van het StemPunt panel van Motivaction met meer dan 75.000 leden.1.065 respondenten in de leeftijd van 18 tot 80 jaar hebben de vragenlijst volledig ingevuld. Het onderzoek is representatief gewogen op de kenmerken geslacht, leeftijd, opleiding, regio en Mentality. Het veldwerk werd op 2-3 juli uitgevoerd.