Heineken krikt imago op als titelsponsor Dutch Grand Prix
Merkadviseur Hendrik Beerda: ‘Op de ranglijst van sterkste sponsormerken van Nederland staat Heineken op de 16e plaats, net achter adidas. Vrijwel alle volwassen Nederlanders kennen het biermerk, maar de waardering voor Heineken kan nog een flinke boost gebruiken.
Sponsoring van de Grand Prix van Zandvoort kan de reputatie van Heineken versterken, dankzij de topscore van het race-evenement op de imagofactor kwaliteit. De Dutch Grand Prix scoort hierop ruim voor de Marathon van Rotterdam en de Amstel Gold Race, blijkt uit het Sponsor Merkenonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy. Het onderzoek meet sinds 2008 de reputatie van de grootste sponsors en hun sponsorpartners. Hema is in 2023 het sterkste sponsormerk van Nederland.
Merkwaarde
Hendrik Beerda: Als titelsponsor van de Dutch Grand Prix kan Heineken niet alleen het internationale kwaliteitsimago versterken, maar ook wat betreft dynamiek, sfeer en stoerheid kan de bierbrouwer merkwaarde lenen van het Zandvoortse racespektakel. Het toch al magere duurzaamheidsimago van Heineken zal door sponsoring van de autosport echter geen positieve impuls krijgen.’
Naamsverandering
Van de bedrijven die als grote sponsor actief zijn in Nederland is Hema het populairst onder de bevolking. De winkelketen sponsort de succesvolle wieler- en schaatsploeg Team Jumbo-Visma. Beerda: ‘Ondanks alle aandacht die Team Jumbo-Visma afgelopen winter met de schaatsploegen behaalde en met de wielerploeg tijdens de Tour de France is sponsor Hema veel bekender bij de Nederlandse bevolking. Team Jumbo-Visma komt niet verder dan de 154e plaats op de ranglijst van meest aantrekkelijke sponsorpartners. Als wielerploeg heeft Team Jumbo-Visma al elf verschillende namen gehad sinds de start in 1984. Door de vele naamswijzigingen is een groot deel van de achterban afgehaakt. Eind 2024 verandert de naam weer als supermarktketen Jumbo als hoofdsponsor vertrekt. Deze nieuwe naamsverandering zal nieuwe verwarring veroorzaken en de reputatie van de schaats- en wielerploeg waarschijnlijk geen goed doen.’