Consument ziet peulvruchten als vleesvervanger nog niet echt zitten

Consument ziet peulvruchten als vleesvervanger nog niet echt zitten

11-07-2024 (11:04) - Sustainable

67% van de Nederlanders ziet de peulvrucht - zoals de bruine boon, linzen of kidneyboon – nog niet als geschikte vleesvervanger. Dit blijkt uit het Nationale Bonenonderzoek, dat HAK liet doen onder Nederlandse consumenten.

Uit het Nationale Bonenonderzoek blijkt dat de bruine boon nog steeds de favoriete boon van de Nederlander is, gevolgd door de witte boon en de kikkererwt. De favoriete maaltijd met bonen van de Nederlander is dan ook chili con carne. Curry met linzen en curry met kikkererwten zijn nummer twee en drie in de lijst.

Veel Nederlanders weten nog niet hoe ze bonen lekker kunnen klaarmaken, zo blijkt ook uit het onderzoek. Zeker een derde van de consumenten geeft aan niet te weten wat voor gerechten ze kunnen maken met peulvruchten. Zij geven aan dat dat een drempel is om vaker bonen te gaan eten.  

Nicole Freid, algemeen directeur bij HAK: “Als we willen dat consumenten meer plantaardig gaan eten, moeten we de peulvrucht echt een veel beter podium geven. Iedere consument zou moeten weten dat peulvruchten niet alleen heel smakelijk zijn maar ook wat ze doen voor je gezondheid en het milieu. En dat je er dus ook nog eens serieus geld mee kan besparen bij het boodschappen doen.

Daarom willen we consumenten helpen en inspireren om vaker peulvruchten te eten, maar dat kunnen we zeker niet alleen. Het is van groot belang dat supermarkten de peulvrucht een beter podium geven, bijvoorbeeld door ze een veel prominentere plek te geven in de winkel. Ze zouden bij het ‘vers-eiland’ moeten staan, want dat is dé plek waar consumenten zich laten inspireren. Peulvruchten verdienen het om in de spotlight gezet te worden omdat ze een cruciale rol spelen in de transitie naar meer plantaardige en duurzame voeding. Duurzaam eten is niet per definitie ‘duur’, het kan juist goedkoper zijn en dat zou iedereen moeten weten: de peulvrucht is daarvan hét bewijs.”