Wegener kwaad om boete NMa
15-07-2010 (09:50) - Media
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft naar aanleiding van het onderzoek naar mogelijke overtredingen door Koninklijke Wegener NV van de in 2000 opgelegde voorwaarden in verband met de overname van VNU Dagbladengroep, Wegener een boete opgelegd van 19 miljoen euro. Daarnaast heeft de NMa een last onder dwangsom opgelegd om binnen een jaar te voldoen aan de voorwaarden. De dwangsom bedraagt 1 miljoen euro per kwartaal met een maximum van 20 miljoen euro. Tevens zijn boetes opgelegd aan vijf (voormalige) leidinggevende functionarissen van BN/De Stem en PZC. Deze bedragen in totaal 1,3 miljoen euro.
De NMa startte in september 2009 bovengenoemd onderzoek. De vermeende overtredingen hebben vooral betrekking op de verplichting om de twee in Zeeuws-Vlaanderen verschijnende dagbladen, te weten BN/De Stem en PZC, zelfstandig en onafhankelijk van elkaar te blijven uitgeven. Beide dagbladen verschijnen nog altijd in Zeeuws-Vlaanderen als zelfstandige titels met een gezamenlijke oplage van 21.000 exemplaren. Wel wordt in de regio Zeeuws-Vlaanderen redactioneel samengewerkt. De NMa heeft thans geoordeeld dat Wegener met deze samenwerking de in 2000 opgelegde voorwaarden heeft overtreden en heeft in verband daarmee Wegener een boete opgelegd.
Wegener is van oordeel dat het verbod van de NMa dat beide titels samenwerken een inbreuk betekent op de redactionele onafhankelijkheid en daarmee een inbreuk vormt op het beginsel van de persvrijheid. De beslissing om samen te werken op redactioneel vlak behoort tot de uitsluitende competentie van ieder van beide hoofdredacteuren. De NMa dient zich ervan te onthouden om zich hierover een oordeel te vormen aangezien de NMa zich daarmee bemoeit met de inhoud van beide dagbladen.
Wegener is verder van oordeel dat de samenwerking tussen beide dagbladen in Zeeuws- Vlaanderen, waartegen de NMa bezwaar heeft gemaakt, geen overtreding is van de opgelegde voorwaarden, omdat de redactionele onafhankelijkheid van beide titels gegarandeerd is door de structuur van twee zelfstandige redacties met ieder een eigen hoofdredacteur en een eigen redactiestatuut waarin gerichtheid op en verspreiding in Zeeuws-Vlaanderen als uitgangspunt is vastgelegd. Daarnaast benadrukt Wegener dat samenwerking tussen de betreffende regioredacties in Zeeuws-Vlaanderen bedrijfseconomisch noodzakelijk is om beide edities in Zeeuws-Vlaanderen in stand te houden en aldus te kunnen voldoen aan de voorwaarde van de NMa om beide edities in Zeeuws-Vlaanderen te blijven uitgeven. Desondanks was sprake van jaarlijks afnemende omzetten en bedrijfsresultaten van de beide edities.
In tegenstelling tot de conclusie van de NMa is Wegener van mening dat juist door de genomen maatregelen de keuzevrijheid voor de lezer en de kwaliteit van de nieuwsvoorziening in de regio konden worden behouden. Op geen enkele wijze is, aldus Wegener, sprake van misbruik van de door de NMa veronderstelde marktmacht.