Foodsector moet verder internationaliseren
31-10-2012 (08:39) - Economisch
Als de Nederlandse levensmiddelenindustrie en groothandel haar teruglopende marktaandeel in het buitenland wil terugwinnen, moeten de bedrijven nadrukkelijker internationaliseren.
Organisatorische en mentale aanscherping is nodig omdat competenties vanuit het verleden onvoldoende aansluiten op de toekomstige vraag uit buitenlandse markten. Daarbij kan de overheid samen met private partijen een faciliterende rol spelen. Dat blijkt uit onderzoek van ABN Amro en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). In het rapport ‘Groeien Over Grenzen’, dat vandaag wordt gepresenteerd tijdens de FNLI Jaarbijeenkomst in DeFabrique te Utrecht, staat de vraag centraal hoe de Nederlandse foodsector meer omzet buiten de landsgrenzen kan realiseren.
Het onderzoek dient als een wake-up call. Nederland is een van de grootste foodexporteurs ter wereld. Europa realiseert maar liefst 51 miljard van de 60 miljard euro aan Nederlandse export. Duitsland bezorgt ons de meeste internationale omzet. Voor 90% van de ondervraagde ondernemers zijn Duitsland en de ons direct omringende landen nu de belangrijkste markten en voor de nabije jaren verwacht bijna 50% van de ondervraagden dat dit ook zo blijft.
Marktaandelen staan echter structureel onder druk in deze voor ons zo belangrijke landen. Deze neerwaartse tendens stoppen en tegelijk andere landen ontdekken, is van fundamenteel belang voor het rendement in de foodsector. Internationale omzet geeft op termijn namelijk meer marge en reduceert het afnemersrisico.