SKO meet kijkcijfers digitale themakanalen

28-05-2008 (11:04) - Media

De Stichting Kijkonderzoek (SKO) gaat vanaf deze zomer ook tv-kijken via internet en naar digitale kanalen meten. Daartoe werden gisteren, tijdens de eerste editie van wat een jaarlijkse SKO-tv-middag moet worden, de contracten getekend met partners voor in totaal 39 te meten digikanalen. Ook is een samenwerking met Nedstat aangegaan om het kijkgedrag naar onder meer tv-streams op internet.

Met de veranderende media-omgeving ziet SKO zich genoodzaakt nieuwe, maar ook complexe stappen te ondernemen om het kijkgedrag van Nederland in beeld te kunnen blijven brengen. We kijken allang niet meer alleen thuis op de bank naar ons (vaste) beeldscherm, maar zien ook tv-content op internet, outdoor, en zo langzamerhand ook op onze mobiel. Eerder werd het uitgesteld kijken al toegevoegd aan het bestaande onderzoek.
Hoewel de cijfers van het alternatief tv-kijken vooralsnog niet significant zijn, moet de monitoring hiervan zo snel mogelijk gestart worden, vóór bijvoorbeeld mobiele televisie echt booming wordt (ter illustratie: spreker Michel Mol van de NPO had met SKO-directeur Bas de Vos gewed dat in 2010 70 procent van de Nederlanders wekelijks tv op zijn mobieltje kijkt.

Panel
De digikanalen die meedoen aan de pilot ‘SKO Digitaal’ zijn onderdeel van onder meer de Publieke Omroep, Chellomedia en Chellozone, NBC en Discovery. Andere digitale station die later willen instappen, zijn overigens altijd welkom, liet De Vos weten. Om de betrouwbaarheid en het financiële gedeelte zoveel mogelijk te garanderen/in de hand te houden, is gekozen de pilot binnen het bestaande SKO-panel voor het kijkcijferonderzoek te doen.

Volgens de planning wordt de meting de komende maanden opgenomen in het reguliere, dagelijkse onderzoek, en zullen de eerste resultaten vanaf 1 september worden gepubliceerd, samen met de reguliere (currency) cijfers.

Chunks
Samen met Nedstat wordt het kijkgedrag op internet in kaart gebracht. Hierbij gaat het om live streams, om uitzendingen die later worden teruggekeken via bijvoorbeeld Uitzendinggemist, om content die bij het programma hoort maar niet op tv is uitgezonden (bijvoorbeeld Idols achter de schermen) en om ‘chunks’: delen van uitzendingen. Volgens Nedstat is hier vooral voor mediabedrijven met een jongere doelgroep veel extra bereik te halen, omdat jongeren nou eenmaal online veel tv en filmpjes bekijken.

In toekomstige rapportages zal men ook rekening kunnen houden met de longtail van sommige tv-content op internet. Een optreden van Lowlands kan online gedurende tien jaar continu bezoekers blijven trekken, want on the long run veel extra bereik kan opleveren. Volgens Bas de Vos van SKO wordt de eerste officiële meting van streams vanaf 7 juli bij de reguliere dagelijkse rapportage opgenomen: net als het uitgesteld kijken gaat het ook hier om het de kijkcijfers gedurende zes dagen na de werkelijke uitzending. ‘Optellen kan nog niet, maar we plaatsen de cijfers in een extra kolom, zodat je wel een goed idee krijgt van het aantal kijkers.’ Voorlopig doen alleen de NPO en RTL mee aan het project, maar de hoop is er dat ook anderen (SBS) snel zullen instappen.

Draagbaar kijken
Ten slotte werden ook de resultaten van de test met een draagbare meter bekendgemaakt, maar die waren op z’n zachtst gezegd teleurstellend. Deze meter moet elke vorm van tv-kijken van degene testpersoon meten, zodat een volledig beeld wordt gegeven van iemands kijkgedrag, of dat nou via televisie, internet of mobiel is. Volgens marktonderzoeker GfK, verantwoordelijk voor de test, zitten er nog te veel haken en ogen aan de uitvoering – zo vinden kandidaten die meededen het een nogal grote opgave de meter van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat altijd bij zich te dragen. Ook blijkt dat de meter, als het te rumoerig is in de omgeving, de meter niet goed genoeg werkt. De eindconclusie luidde dan ook dat de vaste meter vooralsnog veel beter werkt en de draagbare meter slechts als aanvullende onderzoeksmethode gebruikt kan worden.

Kijk voor meer informatie en vragen op www.kijkonderzoek.nl