
Feedback is een cadeautje, maar geef geen kersttrui met Pasen
Na weken schrijven, schrappen en talloze feedbackrondes had ik 'm. De perfecte pay-off. Het deed precies wat het moest doen. Geen woord te veel en geen woord te weinig. De klant was blij, collega's waren blij, ik was blij. Tot de volgende ochtend de klant mailde: “Wil je alleen nog het woord 'together' toevoegen? Dat vinden onze stakeholders belangrijk. Verder top!"
Ik baalde. De tekst was perfect zoals 'ie was. Af, rond, klaar. En dan komt er zo'n kleine aanpassing die je liever niet verwerkt, maar toch doorgevoerd moet worden. Het is verleidelijk om dan ‘ja' te zeggen. Je wilt flexibel zijn, meedenken, de deadline halen, niet moeilijk doen. Dus wat doe je, instemmen en doorgaan? Het is maar één woordje, toch?
Nog eentje dan
En dan komt er nóg een toevoeging. En nog één andere stakeholder met een onmisbaar buzzword dat toch echt een plekje moet krijgen. Voor je het weet, ben je 28 e-mails verder en zit je 5 Keynote-decks diep in een pay-off die ooit kraakhelder was, maar nu hopeloos ingewikkeld.
Het ergste? Jij snapt het nog. De klant snapt het nog. Iedereen die alle meetings heeft bijgewoond, snapt het nog. Maar buiten de boardroom? Waar je doelgroep in een paar tellen gaat beslissen of ze je boodschap de moeite waard vinden? Die raken de weg kwijt in een doolhof van goedbedoelde toevoegingen.
Had je écht niet hoeven doen
Sheila Heen schreef het boek: ‘Feedback is een cadeautje'. En wie houdt er niet van cadeautjes? Dankzij andermans doordachtheid heb jij nu iets in handen waarvan je niet wist dat je het nodig had. Als het een goed cadeau is, ten minste. Maar soms krijg je cadeaus waar je gewoon niet zoveel mee kunt. Het is lief bedoeld, maar je weet niet wat je ermee moet.
Zoals cadeaus niet altijd passen bij de persoon of het moment, is feedback niet altijd passend bij het werk. Een beetje alsof je op Pasen een kersttrui cadeau krijgt. In feite kun je nog prima een trui aan in april. En dat er dan toevallig een rendier op staat in plaats van een paashaas, maakt die trui niet minder warm. Kortom: het kán. Of het ook passend is? Optelt bij de rest? Dat niet, nee.
Uitpakken of terugsturen
Dus wat doe je met zo’n cadeau? Uitpakken met je beste nep-glimlach? Liever niet. Dan krijg je volgend jaar weer zo’n trui. En het jaar daarop wéér. Probeer er daarom achter te komen wat de gever eigenlijk probeert te zeggen. Misschien hoeft het woord ‘together’ niet per se in je pay-off, maar wil de opdrachtgever vooral dat de doelgroep zich verbonden voelt met het merk. Dát is het waardevolle inzicht - niet het geforceerde woordje ‘together'.
Niet ieder schilderij hoeft boven je bed
Wat ook kan, is om een andere plek in je communicatie te vinden waar je die feedback wél een plekje kan geven. Misschien hoeft 'together' niet in je kraakheldere pay-off, maar werkt het prima in de ondertitel, bodytekst of een ander campagne-element.
Net als wanneer je dat “hele bijzondere schilderij" dat je van je tante kreeg, niet per se in je woonkamer hoeft te hangen. Hij past misschien veel beter in de gang. Zo belandt een doordacht cadeau niet in de prullenbak, passeer je de gever niet en wordt de stijl van je moderne woonkamer niet doorbroken door een antiek schilderij met middeleeuwse honden.
Gift that keeps on giving
Dus krijg je de komende tijd feedback, een kleine aanpassing, nog een laatste toevoeging waar je stiekem van baalt? Die verleidelijk is om door te voeren, maar het eigenlijk niet beter maakt? Kies niet tussen blind accepteren of koppig weigeren. Probeer te achterhalen wat de gever er eigenlijk mee wil zeggen en vertaal dat naar iets wat je werk versterkt, in plaats van verzwakt. Dan maak je werk waar je opdrachtgever blij mee is én dat buiten de boardroom resoneert.
Da’s pas een cadeautje.
Iris Holtkuile - Concentspecialist & copywriter Kaliber