Groots in klein zijn
13-07-2009 (09:39) - Column
De Amsterdamse bureaus lijken het hardst door de crisis geraakt. Cayenne, Springer Jacobi, Ubuchs Wisbrun: het zijn enkele van de nog niet zo lang geleden klinkende namen die het veld moeten ruimen of inkrimpen. Bureaus die ooit grote internationale bureaudochters waren, worden nu gereduceerd tot een bijna dorps gezellige omvang.
Niet zo gek eigenlijk, want passend bij Amsterdam als werelddorp. Andere vraag die zich in het verlengde hiervan aandient: hoeveel mensen moet je hebben werken om jezelf ‘succesvol’ te kunnen noemen? Hoeveel vierkante meters dient je kantoor te beslaan en hoeveel account-assistenten zijn er nodig om je ego voldoende te strelen of je het gevoel te geven dat je mee kunt in de vaart daar volkeren?
Amsterdam, Nederland voor mijn part, was altijd groot in haar kleinheid. De huidige crisis dwingt ons naar die basis terug. Is dat goed of is dat fout?
Dankzij internet is de wereld hoe dan ook een stuk ‘kleiner’ geworden’ en mede daardoor willen we ons sinds een aantal jaren kunnen meten met de Mad Men die de scene in New York beheersen. Ja, en dan vallen we dus loodrecht door de mand. We zijn New York niet tenslotte.
Met de rest van Nederland zijn en blijven we als Amsterdammers vooralsnog een kleine, creatieve speldenknop op de internationale creatieve kaart. Met idem dito belangen. Daar is niks mis mee. Kaaskoppen, nuchter, voeten in de klei. En we blijken nog steeds groots in al onze kleinheid. Dat heeft ook wel wat.
Nicolette Hulsebos