Reclame van het allerhoogste niveau
05-02-2013 (08:31) - Column
De onteigening van SNS REAAL afgelopen week is niemand ontgaan. De staat hoest 3,7 miljard op om een faillissement te voorkomen. Erg, beangstigend en zorgelijk. Net zo zorgelijk was ook de tendentieuze berichtgeving op het journaal, waar keer op keer werd benadrukt dat het ‘de belastingbetaler’ is die de miljarden moet gaan betalen.
Geen enkele serieuze media-aandacht ging uit naar de nationale en internationale consequenties van een eventueel faillissement van de bank. Geen verslaggever die op televisie onomwonden wilde vertellen dat Minister Dijsselbloem kijkend naar het groter perspectief een juiste beslissing heeft genomen. De media wensen geen ‘reclame’ te maken voor de minister.
Tot zover het politieke plaatje rond SNS. Want er zijn nog heel wat meer SNS-plaatjes in kleiner verband te schetsen. Hoe triest is het bijvoorbeeld dat in het kielzog van het SNS REAAL-drama ook het reclamevak weer eens in een negatief daglicht komt te staan. Zo circuleert online een reclamefilmpje van SNS uit het najaar van 2012. Alledaagse taferelen zijn voorzien van een geruststellende voice-over die ons vertelt dat SNS niet langer ‘groot, groter, grootst’ nastreeft, maar ‘goed, beter, best’.
Wat een blunder is die reclame van 2012 in het licht van de gebeurtenissen van nu. Een blunder veroorzaakt doordat communicatie en reclame bij veel institutionele instellingen als SNS REAAL niet meer tot de taken van het topmanagement behoren. Advertising is sinds jaar en dag gedelegeerd naar lagere niveaus, waar men niet op de hoogte is van naderende situaties zoals de huidige. Was dat wel het geval geweest, dan was er sinds 2010 (!) ongetwijfeld iets heel anders gecommuniceerd.
Reclame moet terug naar waar het hoort en dat is het hoogste niveau. Het is triest dat veel reclamemakers dit al jaren roepen, zonder dat naar hen als predikers voor eigen parochie is geluisterd. Maar wie weet, besluiten de bobo’s nu anders en krijgen we eindelijk weer eens reclame van het allerhoogste niveau.
Nicolette Hulsebos
