Ontwerpers vrezen regels Brussel
29-08-2013 (08:13) - Economisch
In Brussel worden momenteel de in 2004 gepubliceerde EU-aanbestedingsrichtlijnen herzien. De richtlijnen waarborgen dat publiek geld in alle lidstaten verantwoord, transparant en zonder uitsluiting wordt besteed.
De BEDA, het Bureau of European Design Associations grijpt dat moment aan om met haar 'Positioning Paper on Public Procurement' aandacht te vragen voor de nadelige effecten van de aanbestedingscultuur op het ontwerpvak.
Met de opkomst van inkoop van design door middel van aanbestedingen is de balans volgens BNO adviseur en bestuurslid van de BEDA, Kitty de Jong volledig zoekgeraakt. De nadelige effecten zijn talrijk: Ontwerpers worden gezien als leveranciers in plaats van als partners. Het accent ligt primair op rechtmatigheid van het inkoopproces; de doelmatigheid van het ontwerp lijkt daarbij van ondergeschikt belang.
Onnodig hoge omzeteisen zetten de kleinere bureaus buiten spel en de vaak disproportionele pitches leiden tot hoge kosten voor de inschrijvers. Ook wordt de markt door de duur van raamcontracten onverantwoord lang beperkt, waarbij minicompetities de raamcontractanten uitdagen tot moordende concurrentie; soms al voor opdrachten met een waarde onder 5.000 euro. Creativiteit krijgt weinig ruimte in het aanbestedingsproces.
Een aantal van de toonaangevende designbureaus in Europa heeft om deze en andere redenen nauwelijks nog belangstelling voor de tombola van de aanbestedingen. Verder zit het aanbestedingsbeleid ook de innovatieambitie van Europa zelf in de weg, want de eis aan inschrijvers van tenminste drie referentieprojecten houdt nieuwkomers op de markt onnodig buiten de deur.
