Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet
Op de gevel van een huis vlakbij Utrecht Centraal Station stond ooit in grote letters: 'Niets is wat het lijkt, als je maar goed kijkt.' Als student fietste ik hier bijna dagelijks langs en probeerde ik de woorden in mijn geheugen te prenten. Het is zo’n zin die elke keer een zacht tikje tegen je gedachten geeft, een duwtje naar links of rechts. En ook al is het pand inmiddels gesloopt en zijn de letters verdwenen, de zin woont nog steeds huurvrij in mijn hoofd. En dat is oké, want hij houdt me scherp en laat me zien wat ik eerder niet zag.
Ik vermoed dat deze zin ook aan de basis ligt van een afwijking waar ik ‘last’ van heb: overal gezichten in zien. In rugtassen, in gevels en in locomotieven – overal spot ik koppen. Vaak bedenk ik er een heel personage bij. Dan zie ik in een luchtrooster een kater die iedereen bespiedt of in een sierlijk hekwerk een tiener met veel te lange wimpers. Deze gevonden gezichten deel ik veelvuldig op Instagram, waardoor mijn vrienden mij inmiddels regelmatig foto’s sturen van koppen die ze zelf ontdekken, van een verbaasde vuilnisbak tot een vrolijke ventilatieklep. Heel gezellig al die gezichten – en volgens mij ook best nuttig.
Prachtige pareidolia
Patronen zoeken en herkennen in de wereld om je heen, heet in de psychologie pareidolia. Het gaat niet alleen om gezichten, maar ook andere herkenbare vormen, zoals de maagd Maria in een sneetje toast of monsters in wolken. Dat onze hersenen zijn geëvolueerd om bekende patronen te herkennen, was simpelweg een kwestie van overleven. Tegenwoordig hebben we deze skill minder nodig om uit de klauwen van de dood te ontsnappen, maar voor mij komt pareidolia nog steeds van pas.
'Door op zoek te gaan naar gezichten, daag ik mezelf uit om associatiever te denken en verbanden te leggen. Anders naar dingen te kijken en te zien wat anders verborgen was gebleven'
Het is meer dan leuke eigenaardigheid van onze hersenen; het is een manier om creativiteit aan te wakkeren, een startpunt voor nieuwe ideeën. Door op zoek te gaan naar gezichten, daag ik mezelf uit om associatiever te denken en verbanden te leggen. Anders naar dingen te kijken en te zien wat anders verborgen was gebleven. Het helpt ons buiten de gebaande paden te denken en biedt inspiratie. (Voor mijn collega’s zelfs letterlijk voor een leuke campagne met koffers die tot leven kwamen.)
Van kopgespot tot alfabet
Er zijn natuurlijk nog veel meer manieren om te oefenen met anders kijken. Zo heb ik ooit geprobeerd het hele alfabet in het wild te vinden, in objecten die niet bedoeld zijn als letter. Eén letter per dag, 26 dagen lang.
Maar koppen spotten blijft mijn favoriet. Daarom ben ik sinds kort een aparte Insta begonnen voor alle gevonden gezichten: @kopgespot. Zo daag ik mezelf uit mijn ogen open te houden en te blijven kijken. De gezichten komen vaak direct tot leven, en ik verzamel ze als een gezellige gezichten-familie op mijn nieuwe account. Eerlijk: het is best een beetje verslavend. Gelukkig wel op een leuke manier. Hoe meer je het doet, hoe meer je ziet. De wereld zit vol met verborgen inspiratie – je hoeft alleen maar goed te kijken.
Lieke Ongering
copywriter bij Kaliber