
Belgisch fietsmerk Cowboy loopt in dezelfde valkuil als VanMoof
De Belgische fietsenfabrikant Cowboy is op een haartje na dood. Het klinkt als een nieuwe versie van het eerdere VanMoof-drama: het bedrijf heeft tientallen miloenen schuld, wil maar niet winstgevend worden, klanten wachten maanden op de levering van hun fiets die eenmaal geleverd, vaak al snel gebreken vertoont, terwijl de klantenservice één groot tranendal is.
In de Belgische media wordt inmiddels volop gespeculeerd over een mogelijke ondergang van Cowboy, zoals dat in 2023 met VanMoof gebeurde.
De oprichters van Cowboy wilden de Belgische fietsenwereld nieuw leven inblazen. Het bedrijf produceert minimalistische fietsen in de hoge prijsklasse – tussen de 2.700 en 4.000 euro – gericht op jonge stedelingen. Nederland vormde een van de belangrijkste afzetmarkten na het faillissement van VanMoof.
De bedrijfsstrategie richtte zich geheel op de eigen ontworpen onderdelen om niet afhankelijk te zijn van grote leveranciers. Ook had het bedrijf fysieke winkels niet nodig: alle fietsen, inclusief de onderdelen, werden online aangeboden. Met een mobiel serviceteam werden reparaties bij de klanten zelf uitgevoerd.
Maar met deze strategie is in acht jaar tijd nog geen cent winst gemaakt. In 2023 ging het roer om en ging het bedrijf de samenwerking aan met fietsdealers om de fietsen alsnog in winkels te verkopen. Tweehonderd van deze dealers hebben de stekker alweer uit de samenwerking getrokken.